Het volume en de oppervlakte van een cilinder vinden
Het volume vinden en
Oppervlakte van een cilinder
Wat is een cilinder? Er zijn verschillende soorten cilinders. Op deze pagina bespreken we de meest eenvoudige vorm waarbij de cilinder eruitziet als een buis of een soepblik met aan elk uiteinde twee cirkels die even groot en parallel zijn.
Voorwaarden van een cilinder Om het oppervlak en het volume van een cilinder te berekenen, moeten we eerst een paar termen begrijpen:
Radius - De straal is de afstand van het midden tot de rand van de cirkels aan elk uiteinde.
Pi - Pi is een speciaal getal dat wordt gebruikt met cirkels. We zullen een verkorte versie gebruiken waarbij Pi = 3.14. We gebruiken ook het symbool π om te verwijzen naar het getal pi in formules.
Hoogte - De hoogte of lengte van de cilinder.
Oppervlakte van een cilinder Het oppervlak van een cilinder is het oppervlak van beide cirkels aan elk uiteinde plus het oppervlak van de buitenkant van de buis. Er is een speciale formule gebruikt om dit uit te zoeken.
Oppervlakte = 2πrtwee+ 2πrh r = straal
h = hoogte
π = 3,14
Dit is hetzelfde als zeggen (2 x 3,14 x straal x straal) + (2 x 3,14 x straal x hoogte)
Voorbeeld:
Wat is de oppervlakte van een cilinder met straal 3 cm en hoogte 5 cm?
Oppervlakte = 2πr
twee+ 2πrh
= (2x3,14x3x3) + (2x3,14x3x5)
= 56,52 + 94,2
= 150,72 cm
twee Inhoud van een cilinder Er is een speciale formule om het volume van een cilinder te vinden. Het volume is hoeveel ruimte de binnenkant van een cilinder in beslag neemt. Het antwoord op een volumevraag is altijd in kubieke eenheden.
Volume = πrtweeh Dit is hetzelfde als 3,14 x straal x straal x hoogte
Voorbeeld:
Vind het volume van een cilinder met een straal van 3 cm en een hoogte van 5 cm?
Volume = πr
tweeh
= 3,14 x 3 x 3 x 5
= 141,3 cm
3 Dingen om te onthouden - Oppervlakte van een cilinder = 2πrtwee+ 2πrh
- Inhoud van een cilinder = πrtweeh
- U moet de straal en hoogte kennen om zowel het volume als de oppervlakte van een cilinder te bepalen.
- Antwoorden voor volumeproblemen moeten altijd in kubieke eenheden zijn.
- Antwoorden voor oppervlakteproblemen moeten altijd in vierkante eenheden zijn.
Meer meetkundeonderwerpen Cirkel Veelhoeken Vierhoeken Driehoeken De stelling van Pythagoras Omtrek Helling Oppervlakte Inhoud van een doos of kubus Volume en oppervlakte van een bol Volume en oppervlakte van een cilinder Volume en oppervlakte van een kegel Angles-woordenlijst Woordenlijst voor figuren en vormen